Levenswijs

“Ik heb vele heilige huisjes ingetrapt.”

Wilfried doorzwom alle watertjes in het onderwijs.

Wilfried
Luister naar het unieke verhaal van Wilfried

Raar maar waar: België is één van de laatste Europese landen en zelfs het allerlaatste in vergelijking met wat ons omringt waar de algemene schoolplicht werd ingevoerd. 80 jaar duurde het touwtrekken daarover. Het was wachten tot drie maanden voor het uitbreken van WOI in 1914 eer het zover was. In een eerste fase moest je tot 14 jaar naar school, vanaf 1953 tot 15, vanaf ’83 tot 18 jaar. Het toenemen van de leeftijd was een rechtstreeks gevolg van het afnemen van de armoede en van het noodzakelijk zijn van kinderarbeid. Aanvankelijk bleven kinderen van landbouwers en zelfstandigen het langst weg van de lesbanken, maar het kwam allemaal goed.

Ons onderwijs was heel lang erg hoog van kwaliteit, maar sinds 2010 gaat het bergaf. Het systeem op zich wordt in vraag gesteld en zou niet meer afgestemd zijn op de noden van onze gemeenschap en onze economie van nu. De kwaliteit van onze leerkrachten zou ook zijn afgenomen zodat een algehele verbetering zich opdringt. Om één zaak kan men niet heen: het onderwijs is en zal altijd de hoeksteen van onze maatschappij zijn.

Filosofie was lang een sluimerende behoefte van mij, maar in die richting studeren kwam er niet van.

Het unieke verhaal van Wilfried

Wilfried woont met zijn vrouw Godelieve in hartje Mechelen. De Sint-Romboutstoren in al zijn pracht en praal is niet veraf. De winkelstraten ook niet. “Ik heb altijd heel graag in volle natuur gewoond. Toen we ons huis in Keerbergen nog hadden, woonden we midden in een bos. We hadden een inrit van 125 meter. Maar na 40 jaar stel je vast dat je huis helemaal moet gerenoveerd worden. Doen we dat of starten we een heel nieuw project?, vroegen we ons af. Het werd dat laatste. Mechelen bleek een excellente keuze. Historisch is de stad erg interessant en alle winkels en nutsvoorzieningen zijn op wandelafstand. Een auto heb je eigenlijk niet nodig. We zijn happy appartementsbewoners”, glimlacht Wilfried.

Hij toont ons zijn bureel. De boekenkast tegen de wand puilt uit van boeken over filosofie en onderwijs. De sfeer is heel sereen. “Filosofie was lang een sluimerende behoefte van mij, maar in die richting studeren kwam er niet van”, vertelt Wilfried. Zijn carrière is een vat jobs binnen het onderwijs en binnen de cultuur- en jeugdwerking. Hij was o.a. kabinetsmedewerker en pedagogisch raadgever van een reeks liberale ministers. Hij was lang onderwijzer, werd schooldirecteur, pedagogisch adviseur en inspecteur. Hij had zijn zeg in het Vlaamse cultuur- en jeugdbeleid. “Ik kom uit een modaal gezin. Mijn vader was metaalarbeider, mijn moeder fabrieksarbeidster in een Antwerps telefoonbedrijf. Ze vonden studeren heel belangrijk.”

Boswachter

En studeren deed Wilfried. “Hoewel ik als kleine jongen vooral buiten iets wilde doen. Boswachter worden of zo. Ik wilde de geur van het bos opsnuiven. In een volgende fase wilde ik bij de politie gaan. Ik had het voor de Harley Davidsons van de zwaantjes, ik vond ook de blinkende knoppen op de uniformen interessant (lacht), maar mijn vader was er allergisch voor. Dat zijn zoon zoiets zou doen, neen, dat kon niet. In de plaats van dat alles stuwden ze me in de richting van het onderwijs. ‘Je kan dan nog alle kanten uit’, zei mijn pa.

Ik groeide op in een tijd dat we luisterden naar onze ouders. Ik volgde hun raad en voerde die uit. Haalde ik er genoeg voldoening uit? Ja en neen.”

Het is raar, maar eigenlijk wou ik geen onderwijzer zijn. Ik vond het nooit een goeie keuze.

Flower Power

Het eerste wat Wilfried in het onderwijs deed, was lesgeven in een Antwerpse basisschool. “Het is raar, maar eigenlijk wou ik geen onderwijzer zijn. Ik vond het nooit een goeie keuze. Maar dan belandde ik voor de klas en zag ik al die kinderen voor mij en vond ik het wél leuk. Vanaf dag één heb ik het welbevinden van de leerlingen centraal gesteld. Ik deed graag mijn eigen ding, het conservatieve van die tijd stoorde me. Ik studeerde af in 1966.

De Flower Power-beweging en de moderne muziek kondigden zich aan. The Beatles arriveerden, de Rolling Stones, muzikanten met lange haren. Het was de tijd van protestzanger Ferre Grignard. De maatschappij was aan het veranderen en ik wilde erin mee. Dat zorgde voor botsingen op school, want directeurs waren in die tijd niet altijd vooruitstrevend. Vele scholen bleven steken in de jaren 50. Wat voor de oorlog als goed werd ervaren werd tot in de jaren 60 in stand gehouden, terwijl ik kinderen wilde leren denken en kritisch zijn, maar dat stond haaks op de mentaliteit van dat moment.”

Geen klappen

In de jaren zestig maakten leerkrachten, naast de burgemeester, de notaris, de pastoor en de dokter, mee deel uit van de elite. “Ik heb dat nooit zo ervaren. Ik was open en modern in mijn lesgeven, ik was dat ook naar de ouders toe. Ik betrok hen bij de activiteiten op school. In geval van problemen bezocht ik ze thuis. Ik ondervond dat je de leerlingen zo beter kon opvolgen en begeleiden. Feit is natuurlijk dat ik begon les te geven in een tijd dat onderwijzers nog met de lat op de vingers klopten.

Lijfstraffen bestonden nog, maar niet bij mij. Natuurlijk dat ik me wel eens boos maakte, maar ik hield het beschaafd. Ik deelde geen klappen uit. Ik was wel iemand die bij de directie aan de boom schudde en dat miste zijn effect niet. Terwijl veel scholen in de buurt aan leerlingen inboetten, wonnen wij er.”

Feodaal

Wilfried viel op als leerkracht. Gevolg was dat er een treintje van promoties passeerde en hij sprong erop. “Ik heb directeurs gehad die in de klas kwamen en mij zegden hoe ik het moest lesgeven. Die aanpak was heel autoritair. Sommigen zouden erbij zijn ineengekrompen, anderen zouden zijn afgeschrikt, maar ik niet. Zo’n directeur wilde ik niet zijn. Ik vond dat onderwijs uit het feodale tijdperk. Zoals ook de leerplannen die leraars moesten volgen dat waren. Allez, stop ermee. We moeten vooruit in plaats van achteruit, zei ik. Toen ik directeur werd, was het mijn voornaamste doelstelling om het tij te keren. In mijn eerste schooltje lukte dat niet, dat was op sterven na dood. Ik kon er mijn ding niet doen. In het tweede kon het wel met een reeks positieve gevolgen.

Freinet

Hoe moet je Wilfried typeren als directeur? “Ook in deze job trapte ik heilige huisjes in, heel bewust zelfs. Ik wilde ervaringsgericht onderwijs. Ik moet zeggen dat ik in dit alles zelf ook geëvolueerd ben. Mijn principes groeiden meer en meer richting methodeonderwijs, richting de ideologie van Célestin Freinet. De mogelijkheden en desiderata van de kinderen moesten het uitgangspunt zijn, vond ik.

Kinderen moesten leren denken, leren een mening vormen en die uiten. Ik stond ter beschikking van hen en hun ouders. Ze wisten dat ik altijd als eerste ter plekke was op school. ’s Morgens vroeg voor de leerkrachten arriveerden, kwamen ze langs. Mijn mening was dan belangrijk, maar ook de hunne. Dat werkte. Soms kwamen leerlingen alleen, soms met twee, soms met de hele klas.”

Ik was nooit boeman voor jonge onderwijzers en onderwijzeressen. Ik was eerder een vriend die over de schouder meekeek.

Advies

De volgende stap in zijn loopbaan was dat Wilfried pedagogisch adviseur werd. Hij eindigde zijn carrière in het onderwijs als inspecteur. “Ik was nooit boeman voor jonge onderwijzers en onderwijzeressen. Ik was eerder een vriend die over de schouder meekeek. Ik kwam en zag en luisterde en gaf advies. Als inspecteur controleerde ik samen met de collega’s de kwaliteit van de scholen. Het onderwijs heeft in de 47 jaar dat ik erin meedraaide een onvoorstelbare weg afgelegd. Er zal altijd evolutie zijn. Niet dat er zo direct nieuwe leergebieden moeten komen, maar je stelt wel vast dat ze elkaar vaak raken en steeds meer in elkaar overlopen.

Ik geef een voorbeeld. Veronderstel dat er een paar straten van de school een enorme brand woedt. Je hoort daar als leerkracht iets over te zeggen, want de leerlingen zagen die en hebben er een mening over. Dat leent zich tot reacties in vele vakgebieden. Het Nederlands kan de speciale woordenschat erover aanbrengen. Het Frans kan erop inspelen. Zelfs fysica. Hoeveel druk zit er op die brandslangen? Of biologie. Hoe groot is de vervuiling van een brand? Waar halen ze het water? Deze aanpak lijkt eenvoudig, maar ze is dat niet. Onderwijzers dienen er speciaal voor opgeleid te worden.”

Administratief

Van het onderwijs van tegenwoordig zeggen ze dat men nog amper mensen vindt die directeur willen worden. “Hoe komt dat, denk je? Omdat ze zich op glad ijs begeven, ze weten niet waar ze aan beginnen. Er bestaat voor directeurs geen empirische opleiding die hen op hun taak voorbereidt. Ze worden zondermeer voor de leeuwen gegooid. Je kan daar je tanden op stuk bijten. Tegenwoordig zijn directeurs mensen die gegevens verzamelen en wetten toepassen en uitvoeren. De job is extreem administratief. Breng ook de verloning op een hoger niveau. Het salaris moet verbeteren. De uren die een directeur achter zijn bureel zit zijn immers niet te tellen. De eisen van hogerhand geven ook veel druk. De taak is heel complex geworden.”

Monkeys

Je hoort ook vaak zeggen dat het niveau van de leerkrachten bergaf gaat. Ook dat komt ons onderwijs niet ten goede, beseft Wilfried. “Ik moet wel zeggen dat ik mijn voeling met het onderwijs wat verloor. Ik ben er te lang uit, maar ik zie wat ik zie. Ja, de kwaliteit van ons onderwijs moet omhoog. Iedereen is zich bewust van dat probleem, ik ook. Ook hier geldt dat je de mensen beter moet betalen.

When you pay peanuts, you get monkeys. Als je met noten betaalt, trek je apen aan. Zo is het, dat is de realiteit. Verbeter dus de verloning. En maak van het studeren voor leerkracht masteropleidingen. Verleng en verbeter de studieduur. Ik vind het ook niet kunnen dat leerkrachten Frans biologie geven of omgekeerd, wat bij manier van spreken vaak gebeurt. Of een leerkracht L.O. die talen geeft. Gebruik iedereen in het vakgebied waarvoor hij studeerde.”

Ik ben iemand die erg gelooft in het belang van onze jeugdbewegingen.

Jeugdbewegingen

Wilfried was heel zijn leven erg begaan met onze jeugd. In die context verliet hij een tijdlang het onderwijs om o.a. verantwoordelijke voor de jeugdwerking te worden. “Ik ben iemand die erg gelooft in het belang van onze jeugdbewegingen. Die hebben de wind opnieuw in de zeilen. Hun belang neemt weer toe. De scouts bijvoorbeeld kunnen mee het probleem oplossen dat jongeren van nu te veel bezig zijn met hun gsm en de sociale media. Altijd spelletjes spelen is niet OK. Ouders hebben daar een verantwoordelijkheid in.

Stuur kinderen de natuur in, laat ze buiten ravotten. De jeugdbewegingen doen dat. Men zegt wel eens dat kinderen van nu al jonge volwassenen zijn, maar daar ga ik niet mee akkoord. Ik heb zelf een kleindochtertje van 13 jaar. Een lief meisje, een goed meisje. Mijn zoon en schoondochter houden haar niet aan de leiband zoals een wilde hond, ze kan zich uitleven, maar er zijn wel goeie afspraken gemaakt. Wat kan en niet kan. Laat een kind aub kind zijn. Ze worden te veel van hiernaar daar gesleurd. Ze moeten constant presteren.”

Vrijzinnig

Wilfried is 74 jaar. Hobby’s zoals fietsen en wandelen gebeuren in eerste instantie wanneer het weer het toelaat. Hij is hoofdredacteur van ‘De Schakel’, het Mechelse tijdschrift voor vrijzinnigen, en steekt heel wat tijd in het schrijven van artikels ervoor. Daarnaast werkt hij aan een tweede roman die zich uiteraard ook in het onderwijs afspeelt. Hij moet ook zijn gezondheid in acht nemen, want hij vecht met een uitgezaaide kanker. Maar als de dag opkomt, is hij blij en content en optimist.

“Mijn leven op zich is leuk, ik heb geen hobby’s nodig. Mijn vrouw en ik zijn een nieuw samengesteld gezin, we zijn zielsverwanten, we hebben het fijn samen. En ja, ik ben vrijzinnig. Ik denk niet dat god bestaat, na dit leven stopt het voor ons. Ik ondersteun in die context het verlichtingsdenken. Voor het overige werk ik mee als toetsassistent aan de peilproeven Nederlands 2022 die door de Vlaamse Gemeenschap in bepaalde scholen van het secundair onderwijs worden afgenomen”, besluit hij.

Beluister alle verhalen op
logo vief
logo vlaanderen